De kledingindustrie is de op een na grootste vervuiler ter wereld. Fastfashionketens lanceren 52 seizoenen in een jaar. Dat betekent elke week nieuwe kleding, maar dat brengt ook afval met zich mee. Duurzame mode kan daarvoor een oplossing zijn, maar wat is dat juist? En wat is het verschil in impact op het milieu?
Elk jaar tijdens de solden lopen mensen met grote tassen uit de fastfashionwinkels. De grote bruine zakken van Primark vullen het straatbeeld. Mensen blijven shoppen, maar denken ze wel na over de impact op het klimaat? De kledingproductie verbruikt veel water en zorgt voor een grote hoeveelheid CO2-uitstoot. Duurzame mode moet daarom de uitkomst bieden voor milieuvriendelijkere kledingproductie.
Duurzame mode is kleding die het milieu niet schaadt en op een ethisch en ecologisch verantwoorde manier wordt gemaakt en verkocht, maar in praktijk lijkt dat niet zo gemakkelijk. “Doordat consumenten milieubewuster proberen te leven, spelen de bedrijven daarop in. Maar sommige bedrijven gebruiken duurzaamheid als een marketingstrategie. Ze beweren dus een duurzaam bedrijf te zijn, maar maken hun doelstellingen niet waar. Dat heet greenwashing”, zegt Jules Toebosch oprichter van het duurzaam kledingmerk Collé. Het focust zich op tijdloze en kwaliteitsvolle producten.
Stoffen vertellen veel over de duurzaamheid van een kledingstof. Toebosch: “Er bestaan synthetische en natuurlijke stoffen. Synthetische stoffen bestaan voornamelijk uit aardolie en -gas zoals polyester en acryl. Die zijn milieubelastend, maar ook natuurlijke stoffen zoals katoen en linnen zijn milieubelastend. Katoen vraagt enorm veel water. Daarentegen is organisch katoen een meer verantwoorde stof. Het katoen wordt niet behandeld met pesticiden, heeft minder water nodig en krijgt meer oppervlakte om te groeien.”
Ontwikkelingen in Europa
Jules Toebosch richtte in 2019 Collé op met de focus op duurzaamheid. Het bedrijf doet meer dan enkel duurzame stoffen gebruiken voor zijn collectie. Het produceert zo dicht mogelijk bij huis om zijn impact op het klimaat zo laag mogelijk te houden. Zo werkt Collé samen met een Portugees verfbedrijf waar verschillende modemerken hun stoffen op een milieuvriendelijkere manier kunnen verven. Die samenwerking zorgt ervoor dat de prijs laag wordt gehouden. Een T-shirt van fastfashionketen Primark kost drie euro, maar is niet duurzaam genoeg. Een duurzame variant zal al snel 40 euro kosten. Je krijgt er wel kwaliteit voor terug en dat T-shirt verslijt minder snel.
België staat nog in kinderschoenen op vlak van duurzame mode volgens Toebosch. “Er moet nog veel gebeuren om aan landen zoals Nederland en Noorwegen te tippen. Nederland zet in op ontwikkelingen in de modesector. Onderzoekers hebben er technieken gevonden om kleding te kleuren met waterstof of druk. Daarnaast zijn ze ook gestart met ontwikkelingen naar 100% gerecycleerd katoen. Zweden focust vooral in op recyclageprocessen. Daarnaast is Portugal ook goed bezig. Daar is textiel het grootste exportproduct.”
Maar duurzaamheid betekent meer dan de productie alleen. De consumenten bepalen ook hoe milieubelastend hun kleding is. Mensen dragen hun kleding te weinig voor ze die weggooien. We dragen een stuk maar een paar keer, maar dat kan vaak nog een leven mee. Je kan je ‘oude’ kleren verkopen op een rommelmarkt of naar een kringwinkel brengen.
“België staat nog in kinderschoenen op vlak van duurzame mode.”
Tweedehands
Je kleding een tweede leven geven wordt steeds populairder. Naast tweedehandswinkels als Think Twice, ontstaan er nieuwe initiatieven zoals het online platform Vinted waar je jouw broek die te groot is geworden, kan kopen en verkopen. De 20-jarige TikTokster Tine Hancké heeft veel ervaring met het platform. “Het is beter om eerst te gebruiken wat er al is dan het nieuw te kopen. Daardoor haal je kledingstukken van de afvalberg. 80% van de kleding komt daar terecht en die kleren worden verbrand. Dat zorgt voor een enorme CO2-uitstoot. ”
Algemeen moet je bewuster nadenken over wat je koopt. Bij veel websites en winkels heb je 30 dagen bedenktijd om je kleding terug te sturen. Webshops staan daardoor ook onder vuur. Als je kleding terugstuurt, zorg je voor meer CO2-uitstoot. Tine Hancké is geen voorstander van retourneren. Ze roept op om 30 dagen voor je iets gaat kopen na te denken. Naar een winkel gaan en het daar passen blijft ook een optie. Zo vermijd je verpakkingen en transport.
Duurzame kledij hoeft niet duur te zijn. Je kan overschakelen naar duurzame merken, die prijziger zijn dan fast fashion, of tweedehandskleding. Ook door kleine aanpassingen zoals je kleren langer dragen, help je mee aan een betere wereld.